Hendrik: “Ik heb er vier stokjes in geprikt. dan heb ik het bovenste stuk er op gedaan en dan heb ik de springplank en het stuur er op gedaan.”
Boris: “Ik was het zeil aan het maken. Ik nam een ijzer touwtje om door de gaten te gaan.”
Lasse: “dit is een waterbaan.”
Billie: “We moesten met de lepel de letters oppakken voor de juiste woordjes te zoeken.”
Siebe: “daar was ik een bundeltje aan het maken. Dan moest je al de mensen tekenen die je had gezien met corona.”
Boris: “We waren aan het spelen met onze bootjes, die we zelf hebben gemaakt. Nu zijn ze af.”